Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar zo in de [42]kaalheid, of in de blesse, een witte roodachtige plaag is, dat is melaatsheid, uitbottende in zijn kaalheid, of in zijn blesse. 42. Hieruit blijkt dat hier wordt gesproken van de kaalheid of bles, niet die uit ouderdom of enig ander ongeval, maar uit melaatsheid voortkomt, en dat deze en niet die, onrein verklaard wordt.